Urgenda-directeur Marjan Minnesma: “De overheid luistert over het algemeen alleen maar naar de pers én naar rechtszaken.”
Voor de nieuwe reeks Individuen die het verschil maken in het recht spraken wij met Marjan Minnesma, directeur van Urgenda. De stichting, die zich landelijk inzet voor duurzaamheid en innovatie, eiste van de Nederlandse Staat dat zij de uitstoot van broeikasgassen in 2020 met minimaal 25 procent verminderde ten opzichte van 1990. De Staat had zich hier tenslotte zelf aan gebonden.
„De overheid was een logische ‘partner’. Nederland heeft zelf getekend voor het Klimaatverdrag en alles wat erna kwam.” vertelt Marjan Minnesma. Dat Minnesma haar wederpartij een ‘partner’ noemt, past bij haar constructieve opstelling. Ze had liever geen rechtszaak willen voeren. „Als een onderwerp zo ernstig is als klimaatverandering en het echt kan leiden tot een ontwrichtende samenleving, dan móét je op een gegeven moment wel een rechtszaak voeren,” vervolgt Minnesma.
In 2015 won Urgenda de Klimaatzaak tegen de Nederlandse Staat. De Staat ging vervolgens in hoger beroep en in cassatie. In 2019 was de finale uitspraak van de Hoge Raad, opnieuw in het voordeel van Urgenda. Marjan Minnesma schreef met Urgenda geschiedenis. Voor het eerst werd een staat via de rechter gedwongen het klimaatbeleid aan te scherpen. Dat was baanbrekend, ook vanuit internationaal perspectief. De hele procedure kostte wel een behoorlijke smak geld.
Hebben jullie financiële obstakels ervaren bij de rechtszaak tegen de Staat?
„De hele procedure – van de eerste dagvaarding tot aan het arrest van de Hoge Raad – was heel duur. Gelukkig kwamen de rekeningen een beetje gaandeweg. Van tevoren hadden we het hele budget nog niet bij elkaar. Je moet enigszins ondernemend zijn en maar durven te beginnen. Dat heb ik dan ook gedaan. Naarmate we bekender werden, kregen we hier en daar ook meer donaties.”
Hoe was het om de Nederlandse Staat als wederpartij te hebben?
„Het was voor ons de meest logische wederpartij, want de Staat is verantwoordelijk voor onze veiligheid en heeft een klimaatverdrag gesloten. Nederland was zelfs een van de vijf initiatiefnemers. De eerste ministeriële conferentie is in 1989 georganiseerd. Wij hadden hierin een belangrijke rol. Helaas hebben we dat uiteindelijk volledig laten liggen. Zelfs zodanig, dat het hier (in Nederland, red.) deze eeuw al wel eens heel ongezellig kan worden. Voor mij was het dus logisch dat de overheid actie zou ondernemen. De overheid kan namelijk bedrijven of onze huishoudens helpen – of zelfs dwingen – door bijvoorbeeld te zeggen: vanaf 2030 stoppen we met Cv-ketels en rijden we allemaal elektrisch. Dat soort grote stappen kan een individueel bedrijf niet nemen.”
Minnesma voegt toe: „Ik ga er overigens op voorhand nooit vanuit dat de overheid beter of sterker is.
Wij hebben er van begin af aan voor gekozen om ons tegen de Staat constructief op te stellen. We noemden onze rechtszaak ‘een rechtszaak uit liefde’; we wilden de overheid helpen om te doen wat ze zelf hadden gezegd dat ze zouden doen. Een voorbeeld van de hulp die wij gaven, is ons 54puntenplan (een mogelijk pakket maatregelen die het kabinet zou kunnen nemen om de doelstellingen te halen, red.). Als je terugkijkt, dan zou je kunnen zeggen: volgende keer kunnen we wel wat scherper aan de wind varen. Maar we hebben het zo constructief mogelijk ingestoken omdat we de eerste waren. Daarnaast hoop je dat de overheid wat doet om de burgers te beschermen.”
„De overheid luistert over het algemeen alleen maar naar de pers én naar rechtszaken.”
We hebben je wel eens horen vertellen dat de Staat niet direct het vonnis van de rechtbank in 2015 uitvoerde, in afwachting van een overwinning in hoger beroep. Na het hoger beroep werd weer gewacht op het oordeel van de Hoge Raad. En na het arrest van de Hoge Raad moest er ineens wel heel veel gebeuren. Dat is gek. Het vonnis uit 2015 was in eerste instantie al uitvoerbaar bij voorraad. Zou dat bij andere wederpartijen anders zijn gegaan?
„Het is eigenlijk ontluisterend dat de overheid een vonnis – dat uitvoerbaar bij voorraad was – vele jaren heeft genegeerd. Dat vind ik niet bij een rechtsstaat horen en ik dacht altijd wel dat ik in een rechtsstaat leefde – en niet in een bananenrepubliek. In alle eerlijkheid, het is me toch wel een beetje tegengevallen dat de overheid zonder schaamte drie jaar lang niets doet en af en toe zelfs liegt. Ik vind ook dat hier vanuit de pers niet voldoende weerwerk op komt. De overheid luistert over het algemeen alleen maar naar de pers én naar rechtszaken. Verder lapt de overheid toch wel veel aan zijn laars.”
Dus een rechtszaak is toch wel het effectiefste middel om klimaatverandering aan te pakken?
„Dat is wel jammer natuurlijk. Dat zou eigenlijk niet zo moeten zijn. Ik heb liever een overheid die zich zonder rechtszaken verantwoordelijk voelt en ook investeert waar dat nodig is. Dat zie ik nu wel meer gebeuren, eindelijk! Er is wel wat veranderd. Waar dat precies door komt, dat weet je nooit. Ik denk wel dat de rechtszaak hieraan heeft bijgedragen. Misschien ook wel mijn twee gesprekken met Rutte, of omdat D66 nu een belangrijke rol heeft en wél iets met klimaat heeft. Alle dingen dragen bij, maar ik begreep ook wel van de onderhandelaars dat zo’n rechtszaak geholpen heeft om de druk erop te houden.”
En nu, zou de Staat zo’n soort vonnis in deze tijd wel direct uitvoeren?
„Ik denk het wel. Als er nog zo’n rechtszaak is, moet je daar ook in de communicatie met de pers op acteren. Zo zorg je ervoor dat de overheid echt iets gaat doen. Alles wat niet zichtbaar is, negeert de overheid liever. Je moet dus zorgen dat het heel zichtbaar wordt. Dat is bijvoorbeeld ook een opdracht aan jullie (LegalCrowd, red.).”
Wat kan de jongere generatie, die LegalCrowd vertegenwoordigt, het beste tegen klimaatverandering doen?
„Heel divers. Ga bijvoorbeeld met z’n tweehonderden bij een politieke partij en stem alles weg wat je niet wilt en dien moties in bij wat je wel wilt. Ik denk dat je best veel kunt veranderen als je met een grote groep naar alle congressen gaat van de VVD, het CDA of andere partijen die nu niet zo veel tegen klimaatverandering willen doen. Daarnaast kun je de gebruikelijke dingen doen. Eet bijvoorbeeld minder vlees. En koop vaker tweedehands kleding in plaats van elke maand iets nieuws. Met z’n allen kun je best veel doen, maar de politiek is ook heel belangrijk. Vanuit de politiek kun je echt de versnelling afdwingen die je als individu minder makkelijk kan brengen.”